Boem-Ca-Loempia

We hadden een hele leuke muziekles. Eerst was er een man, Sander, die ons les gaf met djembé’s en dunduns. Dit zijn Afrikaanse trommels. Op de djembé moet je slaan met je handen en op de dundun moet je met je ene hand met een stok op het vel slaan en de andere hand met een ijzer stokje op een belletje slaan. Dit zijn ritmische instrumenten. We kregen uitleg over de trommels. Afrikanen communiceerden met de trommels. De dunduns, dat zijn er altijd drie, hebben ook een betekenis. De grootste dundun is de moeder van het gezin, daarna de vader en de kleinste is het kind. Mady en Bonita mochten op de dunduns spelen.  Bij de djembé heb je een bas, dat is in het midden slaan, en een open toon, dat is aan de rand. Je moet de djembé schuin tussen je knieën en je voeten zetten, zodat de trillende lucht eruit kan. We moesten ritmes spelen die een naam hadden: boem calypso en hokus-pokus-pilatus-pas.

Na Afrika gingen we naar het werelddeel Azië. Daar bezochten we het land China. Daar leerden we het liedje Chinese Taalles. Daar deed meester Hans een grappig dansje. Het liedjes ging over allemaal Chinese woorden, zoals Loempia. Er mochten ook kinderen op het klokkenspel spelen. Dat hadden we al geleerd in de tweede les.

Na Azië gingen we naar het werelddeel Noord-Amerika. Daar bezochten we het land Amerika. Juf Martine had zich verkleed als een cowgirl. Het liedje dat we leerden ging over Suzanna die van Alabama naar Louisiana reisde om haar liefje te ontmoeten. En toen gingen we line dancen op de muziek.

Als afsluiting kregen we eerst een vragenlijst waarbij we ook een tip of compliment voor de juf of meester moesten geven. Daarna deden we een quiz tussen de jongens en de meisjes. Het eindigde in een gelijkspel.